Kenmerkend voor een jong kind is beweeglijkheid, speelsheid en mobiliteit. Het is verbazingwekkend hoe de asymmetrie van de zuigeling zich in korte tijd (enkele weken of maanden) kan ontwikkelen tot een reeks van blokkeringen van achterhoofd tot in de bekkengewrichten. De asymmetrische ontwikkeling vanuit de bovenste nekgewrichten leidt ook tot asymmetrische functiestoornissen van de voeten. Dikwijls zien we dan ook bij de 2-jarige aan één kant een duidelijke platvoet en aan dié zijde ook beperkingen in heup en bekkengewricht. Derhalve is het zinvol te stellen dat de asymmetrische zuigeling aandacht behoeft in de zin van een halfjaarlijkse controlebezoek aan de manueeltherapeut. Tussen het 2e en het 3e levensjaar gaan de kraakbenige componenten van het skelet verbenen. D.w.z. dat kleine scheefstanden in de wervels zich fixeren in de botstructuren van de complexe wervels.
Dit gaat meestal gepaard met gewrichtsblokkeringen, Dus functiebeperkingen in een reeks van wervels tot in het bekken en voeten. Derhalve verdient de asymmetrische HCFS-baby vóór het 2e levensjaar de controlerende aandacht van de manueeltherapeut, minstens 1 x per halfjaar. Dat is geen overdreven zorg, dit is preventieve gezondheidzorg, zoals u ook met uw gebit doet. Daar heeft een klein kind recht op. Bij de zuigeling wordt in de eerste maanden van zijn leventje deze totale asymmetrie aangestuurd vanuit de bovenste nekgewrichtjes.
Kenmerkend voor een jong kind is beweeglijkheid, speelsheid en mobiliteit. Het is verbazingwekkend hoe de asymmetrie van de zuigeling zich in korte tijd (enkele weken of maanden) kan ontwikkelen tot een reeks van blokkeringen van achterhoofd tot in de bekkengewrichten. De asymmetrische ontwikkeling vanuit de bovenste nekgewrichten leidt ook tot asymmetrische functiestoornissen van de voeten. Dikwijls zien we dan ook bij de 2-jarige aan één kant een duidelijke platvoet en aan dié zijde ook beperkingen in heup en bekkengewricht. Derhalve is het zinvol te stellen dat de asymmetrische zuigeling aandacht behoeft in de zin van een halfjaarlijkse controlebezoek aan de manueeltherapeut. Tussen het 2e en het 3e levensjaar gaan de kraakbenige componenten van het skelet verbenen. D.w.z. dat kleine scheefstanden in de wervels zich fixeren in de botstructuren van de complexe wervels.
Ogenschijnlijk ontwikkelt de baby zich daarna symmetrisch. Het zijn de kleine asymmetrische functiebeperkingen vanaf den beginne, die een grote storende factor kunnen gaan vormen in de lichamelijke ontwikkeling van het kind. Kinderartsen en kinderfysiotherapeuten zijn niet geschoold in het diagnosticeren van deze vroege én kleine functiestoornissen met grote gevolgen. Alleen de in HCFS gespecialiseerde manueeltherapeut is de specialist bij uitstek, die de “fijn diagnostiek” in de functies van de wervelkolom kan doen. Vroegtijdige diagnostiek en indien nodig manuele therapie (vóór het 2e levensjaar en liever vóór de 2e maand!!) voorkomt een sluipende asymmetrievorming van het gehele bewegingsapparaat. Scheve schedel verdient extra aandacht van de moeder.